LH-Kev-OffLect_L2-1-nl

TWEEDE LEZING (1)

Paus Johannes Paulus II. Uit zijn preek van 2 mei 1987 in Kevelaer.

De werkelijke centra van de wereld- en heilsgeschiedenis zijn niet de bedrijvige hoofdsteden van politiek en economie, van geld en aardse macht. De ware middelpunten van de geschiedenis zijn de plaatsen waar mensen in stilte bidden. Want hier vindt de intense ontmoeting plaats van de aardse wereld met de bovenaardse wereld, van de pelgrimerende Kerk op aarde met de eeuwige en glorierijke Kerk van de hemel. Wat hier gebeurt is groter en belangrijker voor leven en sterven, dan wat zich voordoet in de grote hoofdsteden, waar men meent de pols van de tijd te voelen en aan het wiel van de wereldgeschiedenis te draaien. 

Samengekomen bij het Genadeprentje van de Moeder Gods in Kevelaer, zien we vandaag op naar Maria, die de Koning van hemel en aarde op haar arm draagt. Deze ontmoeting met Maria en haar Zoon is voor ons een nieuwe oproep, een uitnodiging tot bezinning en om geestelijk in beweging te komen. Op deze plaats wordt ons opnieuw de boodschap van het Evangelie toegeroepen: „De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.” (Mc. 1, 15) [...] Laten wij opnieuw open staan voor deze boodschap!

Hier bij het genadeoord van de Moeder des Heren horen wij het woord, dat Maria bij de Aankondiging van de engel heeft uitgesproken: „Fiat. Mij geschiede naar uw woord.” (Lc. 1, 38) Maria’s geschiedenis begint daarmee, dat zij U zegt. Toen al in Nazaret heeft zij die éne zin gezegd, die ons dan de Heer zelf heeft leren bidden: „Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel”. Maria heeft zich bij de aankondiging van de engel niet in zichzelf opgesloten en de boodschap niet willen aannemen. Zij had de moed zich eraan over te geven; de deemoed om Dienstmaagd des Heren te worden. En alleen daarom, omdat Maria zich openstelde voor het goddelijk U, en zijn boodschap heeft aanvaard, wordt haar schoot vruchtbaar en mag zij Christus, de Zoon van God en Verlosser van de mensen, geboren laten worden. Omdat zij Ja tegen God heeft gezegd, wordt zij de moeder van een oneindig groot volk, Moeder van de Kerk en ook onze moeder. [...]

Na de Tweede Wereldoorlog waren de Mariabedevaartplaatsen centra, waar mensen uit volken die in vijandschap en oorlog met elkaar leefden weer het eerst zijn samengekomen om samen te bidden en zich met elkaar te verzoenen. In Lourdes is toen door de bisschop, Mgr. Théas, de Pax-Christibeweging opgericht. In Duitsland is deze hier in Kevelaer in het leven geroepen. De Pax-Christikapel in de heiligdommen hier herinnert ons eraan met indrukwekkende symboliek. [...]

Maria is de moeder van alle mensen omdat zij de Moeder van Gods Zoon is. God is immers mens geworden en daarmee de Broeder van alle mensen. De beschermende mantel van de Moeder van de Heer reikt over de grenzen van rassen, landen en volken heen. Hier in Kevelaer wordt dat duidelijk. Met mij, de bisschop van Rome, zijn gelovigen samengekomen uit de verschillende Duitse landen. Met ons zijn hier nu gelovigen uit Nederland, België en Luxemburg, uit Frankrijk, uit Polen en uit talrijke ander naties. Wat menigeen als een droom en utopie voorkomt, is hier waar en werkelijk: grenzen vallen weg. Mensen komen samen. Wat vreemd is, verdwijnt. Wat scheiding brengt, wijkt. Omdat het gemeenschappelijk geloof de mensen tot eenheid voert. Omdat gemeenschappelijke hoop ons draagt. Omdat gemeenschappelijke liefde ons bezielt. Hier bestaat reeds het verenigde Europa uit de vele volkeren – dat de politici met zo ontelbaar vele moeilijkheden proberen te bewerken. Hier is het Europa van het geloof aanwezig, dat er al sinds eeuwen is. Hier staat de hoop op, dat zo’n Europa ook in de toekomst weer mogelijk is. 

Vertaling: Jules de Bruin

Keine Kommentare:

Kommentar veröffentlichen