Kevelaers getijdengebed - lauden

 LAUDEN

V/. God, kom mij te hulp.
R/. Heer, haast u mij te helpen.
Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest.
Zoals het was in het begin en nu en altijd 
en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Alleluia.
In de veertigdagentijd blijft het Alleluia achterwege.


HYMNE

O koningin vol heerlijkheid,
die hoger dan de sterren zijt:
Hem die u schiep, hebt gij behoed
en als een moeder zelf gevoed.

Wat Eva droevig deed vergaan,
biedt gij ons in uw Kind weer aan:
gij zijt in onze pelgrimstijd
het venster op de eeuwigheid.

Tot God zijt gij de open poort,
de deur tot ’t licht dat voor ons gloort;
verlosten, juicht, ’t heeft God behaagd:
gij kreegt het leven door de Maagd.

U, Jezus, zij de heerlijkheid
die uit de Maagd geboren zijt,
U met de Vader en de Geest,
zoals het altijd is geweest.


PSALMODIE

Ant. 1 God troost ons in al onze tegenspoed, zodat wij in staat zijn anderen te troosten in alle nood. (Pt. Alleluia.)

Psalm 62/63, 3-9

God, mijn God zijt Gij, * ik zoek U reeds bij het ochtendgloren. 
Naar U dorst mijn ziel en hunkert mijn hart * als dorre akkers naar regen.
Zo zie ik omhoog naar de plaats waar Gij woont, * beschouw ik uw macht en uw glorie.
Meer waard dan het leven is mij uw genade, * mijn mond verkondigt uw lof.
Ik zal U prijzen zolang ik leef, * mijn handen uitstrekken naar U.
Mijn ziel wordt verzadigd met voedzame spijs, * mijn mond zal U jubelend danken.
Wanneer ik op mijn bed aan U denk, *dan blijf ik wakend over U peinzen.
Want Gij zijt altijd mijn beschermer geweest, * ik koester mij onder uw vleugels. 
Met heel mijn hart houd ik vast aan U, * het is uw hand die mij steunt.
Eer aan de Vader en de Zoon * en de heilige Geest.
Zoals het was in het begin en nu en altijd * en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Ant. God troost ons in al onze tegenspoed, zodat wij in staat zijn anderen te troosten in alle nood. (Pt. Alleluia.)

Ant. 2 Want wij delen volop on het lijden van Christus; maar door Christus gewordt ons ook overvloedige vertroosting. (Pt. Alleluia.)

Lofzang (Dan 3, 57-88.56) 

Looft de Heer, alle schepselen Gods, * prijst en verheft Hem eeuwig. 
Looft de Heer, hemelse sferen, * boden des Heren, prijst Hem. 
Looft Hem, wateren boven de hemel, * hemelse machten, prijst Hem.
Looft de Heer, zon en maan, * sterren des hemels, prijst Hem. 
Looft de Heer, regen en dauw, * alle stormwinden, prijst Hem. 
Looft de Heer, vuur en hitte, * koude en warmte, prijst Hem. 
Looft Hem, nevels en buien, * hagel en vorst, prijst de Heer. 
Looft de Heer, ijs en sneeuw, * nachten en dagen, prijst Hem. 
Looft de Heer, licht en donker, * bliksem en wolken, prijst Hem. 
Loof de Heer, heel de aarde, * prijs en verhef Hem eeuwig. 
Looft de Heer, bergen en heuvels, * al wat daar groeit, prijs de Heer.
Looft de Heer, zeeën en stromen, * bronnen van water, prijst Hem. 
Looft de Heer, zeegedrochten, † alles wat leeft in het water, * vogels des hemels, prijst Hem. 
Looft Hem, wilde en tamme dieren, * mensenkinderen, prijst de Heer. 
Israël, loof de Heer, * prijs en verhef Hem eeuwig. 
Looft de Heer, priesters des Heren, * al zijn dienaren, prijst Hem. 
Looft Hem, geesten van de rechtvaardigen, * vromen, ootmoedigen, prijst de Heer. 
Looft Hem, Ananja, Azarja, Misaël, * prijst en verheft Hem eeuwig. 
Loven wij Vader en Zoon en Geest, * laat ons Hem prijzen, verheffen voor eeuwig. 
Geprezen Gij, Heer, in de koepel des hemels, * U komt de lof toe in alle eeuwen.
Hiernaa volgt geen Eer aan de Vader. 

Ant. Want wij delen volop on het lijden van Christus; maar door Christus gewordt ons ook overvloedige vertroosting. (Pt. Alleluia.)

Ant. 3 Hij, God-met-hen, zal hun God zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. (Pt. Alleluia.)

Psalm 149

Zingt voor de Heer een nieuw gezang, * zijn lof weerklinke te midden der zijnen.
Israël juiche zijn Schepper toe, * laat Sions volk zijn koning begroeten.
Looft zijn Naam in een heilige dans, * bespeelt voor Hem tamboerijn en citer.
Want onze Heer, die zijn volk bemint, * omkranst de verdrukte met zegekransen. 
Jubelt dus, heiligen, om uw triomf, * viert feest in uw legerplaatsen.
Gaat met het lied van God in uw mond, * het vlijmscherpe zwaard in uw handen.
Trekt met uw wraak door het heidense land, * bestraft de vijandige volken. 
Neemt hun vorsten geboeid met u mee, * hun leiders in ijzeren kluisters. 
Voltrekt aan hen het vonnis van God, * glorievol is dit voor al zijn getrouwen. 
Eer aan de Vader en de Zoon * en de heilige Geest.
Zoals het was in het begin en nu en altijd * en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Ant. Hij, God-met-hen, zal hun God zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. (Pt. Alleluia.)


KORTE SCHRIFTLEZING (Js. 66, 10-14)
Verheugt u, zamen met Jeruzalem, en juicht over haar, gij allen die haar liefhebt. Jubelt met haar van blijdschap, gij allen die over haar treurt, gij moogt zuigen en u verzadigen aan haar troostrijke borsten, gij moogt drinken en genieten van haar luisterrijke boezem. Want zo spreekt de Heer: Vrede laat Ik haar toestromen als een rivier, de luister van de volken als een beek die buiten zijn oevers treedt. Haar zuigelingen worden op de heup gedragen en op de knieën vertroeteld. Zoals een moeder haar kind troost, zo zal Ik u troosten: in Jeruzalem zult gij getroost worden. Zielsblij zult gij het aanschouwen, en uw gebeente zal ontluiken als het groen. De hand van de Heer zal zich openbaren aan zijn dienaars, maar zijn gramschap aan zijn vijanden.


KORT RESPONSORIUM
R/. Het lam zal hen voeren naar de waterbronnen van het leven. * God zal alle tranen uit hun ogen wissen. – R/.
V/. Zoals een moeder haar kind troost, zo zal Ik u troosten: * God zal alle tranen uit hun ogen wissen. 
Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. – R/.

KORT RESPONSORIUM IN DE PAASTIJD
R/. Het lam zal hen voeren naar de waterbronnen van het leven. * Alleluia, alleluia. – R/.
V/. Zoals een moeder haar kind troost, zo zal Ik u troosten: * Alleluia, alleluia. 
Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. – R/.


Ben.-Ant. Er was een groot stralend licht met het kapelletje met daarin het prentje van Onze Lieve Vrouw. (Pt. Alleluia.

Benedictus (Lc. 1, 68-79)

Geprezen zij de Heer, de God van Israël, * omdat Hij omziet naar zijn volk en het bevrijdt. 
Een redder heeft Hij ons verwekt * in het geslacht van David, zijn getrouwe; 
zoals Hij reeds van oudsher had verklaard * bij monde van zijn heilige profeten: 
verlossing uit de macht van onze vijanden * en uit de hand van allen die ons haten. 
Zo zal Hij onze vaderen barmhartig zijn, * zijn heilige verbond gestand doen; 
de eed aan onze vader Abraham gezworen * ons eenmaal te verlenen; 
Om aan de greep van vijanden ontrukt * Hem zonder vrees te dienen; 
In vroomheid en gerechtigheid * al onze dagen voor zijn aanschijn. 
En gij, kind, zult profeet zijn van de Allerhoogste, * want gij gaat voor de Heer uit om zijn weg te banen.
Gij zult zijn volk de boodschap van verlossing brengen * door de vergeving van hun zonden;
dank zij de innige barmhartigheid van onze God, * die als een nieuwe dag voor ons zal opgaan;
om licht te brengen in het duister en de schaduw van de dood * en onze voeten te geleiden op een weg van vrede. 
Eer aan de Vader en de Zoon * en de heilige Geest.
Zoals het was in het begin en nu en altijd * en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Ant. Er was een groot stralend licht met het kapelletje met daarin het prentje van Onze Lieve Vrouw. (Pt. Alleluia.


SMEEKBEDEN OM DE DAG AAN DE HERR TOE TE WIJDEN

Laten wij bidden tot onze Heer Jezus Christus, de Troost van de wereld:
R/. Zoon van Maria, ontferm U over ons.

Goddelijk Woord, dat uit de Maagd Maria ons vlees heeft aangenomen.
Woon vandaag in onze harten.

Zoon van de Allerhoogste, die in het lichaam in deze wereld is verschenen.
Aan uw heerlijkheid moge ons werk van deze dag zijn gewijd. 

Heiland die gekomen is, opdat het leven ons in volheid ten deel valt.
Schenk ons vreugde om de zaligheid van uw heilige Moeder.

Koning van het heelal, die aan het kruis voor ons is overgeleverd.
Laat ons en allen, voor wie wij bidden, de goddelijke troost ondervinden.

(intentie naar keuze.)


GEBED DES HEREN

(Kyrie eleison. 
R/. Christe eleison. Kyrie eleison.)

Onze Vader, die in de hemel zijt;
uw naam worde geheiligd;
uw rijk kome;
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade.


AFSLUITEND GEBED
Vader vol ontferming en God van alle vertroosting, 
uw eniggeboren Zoon heeft aan het kruis zijn Moeder, 
de heilige Maagd Maria, ook ons tot Moeder gegeven. 
Wij bidden U: verhoor ons op haar voorspraak 
en schenk ons in alle nood uw troost en hulp. 
Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, 
die met U leeft en heerst in de eenheid van de heilige Geest, 
God, door de eeuwen der eeuwen.
R/. Amen.

Als er een priester of diaken is, zegent hij vervolgens het volk met de woorden:
P/D De Heer zij met u.
R/. En met uw geest.
P/D Zegene u de almachtige God,Vader, Zoon en heilige Geest. Amen.
R/. Amen.

Eventueel volgt de wegzending:
Gaat nu allen heen in vrede. (Pt. Alleluia.)
R/. Wij danken God. (Pt. Alleluia.)

Bij afwezigheid van een priester of diaken of bij het afzonderlijk bidden, besluit men aldus:
De Heer schenke ons zijn zegen, Hij beware ons voor onheil en geleide ons tot eeuwig leven.
R/. Amen.










Keine Kommentare:

Kommentar veröffentlichen